Capaciteit HWA berekenen

Bepaling van de benodigde capaciteit van het hemelwaterafvoer waaronder de afvoerbuizen en HWA-dakgoten gebeurt volgens NEN3215 en de NTR3216. Theoretische beschouwingen tonen aan dat in Nederland de maximale regenintensiteit 540 – 600 l/(s.ha) is. Wordt het hemelwaterafvoersysteem van een gebouw of woning hierop gebaseerd dan zal een HWA-systeem nooit overlopen. Binnen de normalisatie is de vraag gesteld of de kosten van de dimensionering voor zo’n zware regenintensiteit opwegen tegen het ongemak van het overlopen? Daarbij moet rekening worden gehouden met het feit dat de capaciteit van het openbaar riool niet toereikend zal zijn. Men zal moeten accepteren dat eens in de 5 jaar het HWA-systeem kan overlopen, wat acceptabel wordt geacht. Bij deze kans hoort een regenintensiteit van 0,03 l/(s.m²) ofwel 1,8 l/(min.m²). De hoeveelheid neerslag op een dakoppervlak wordt bepaald door het effectieve dakoppervlak in m² te vermenigvuldigen met de regenintensiteit (i) à l/min. Met deze af te voeren hoeveelheid neerslag per tijdseenheid kunnen de afmetingen van het HWA-systeem worden berekend. Gratis een technisch adviesboek of zink samples opvragen? Dit kan via onderstaande knop. Lees verder om de capaciteit van HWA te berekenen.

Berekenen van de afmetingen

Voor het berekenen van de afvoercapaciteit van een dak zijn de afmetingen van de HWA-buizen en het aantal HWA-buizen mede bepalend. Dit aantal wordt bepaald door het dakoppervlak, de hoeveelheid neerslag en de afvoercapaciteit. Aan de hand daarvan is de keuze voor de (standaard) goot te maken.

HWA Regenbelasting

Bepaling hoeveelheid neerslag Qh op een dak gebeurt met de formule:
Qh = ( α x i ) x ( β x F ) = formule 1
Qh = hemelwaterbelasting in liters/minuut (l/min)
α = reductiefactor voor de regenintensiteit voor daken
– α = 0,60 voor een plat dak met ballast van grind (platte daken voeren water vertraagd af)
– α = 0,75 voor alle overige platte daken
– α = 1,00 voor alle overige gevallen (dus alle hellende daken)
i = regenintensiteit en is 1,8 liter/(minuut . m²)
β = reductiefactor voor de dakbreedte die wordt bepaald door de dakhelling
F = oppervlak van het dak

Bepalen van het dakoppervlak ‘F’
Het dakoppervlak wordt bepaald met het product van de lengte (l) en de effectieve breedte (b) van het dakvlak. De effectieve breedte wordt bepaald met de reductiefactor β.

Effectieve breedte van het dak en de reductiefactor β
De dakhelling ε bepaalt de reductiefactor β. Ook muren dragen bij aan de afvoer van hemelwater
(β = 0,3). In de norm wordt aangegeven dat geen horizontale projectie wordt toegepast.

Reductiefactor α_ voor platte daken
Bij platte daken wordt de afvoer van regenwater naar de dakafvoer vertraagd. Hiervoor wordt de regenintensiteit (i) van 1,8 l/(min.m²) vermenigvuldigd met de factor α. De reductiefactoren α en β staan samengevat in tabel 3.5.

(Denkbeeldig) dakvlak met dakhelling ε Platte daken Platte daken
met grind
Reductie factoren ε ≤ 45° 45° - 60° 61° - 85° 86° - 90°
Reductie factor op dakbreedte β 1 0,8 0,6 0,3 1 1
Reductie factor bij platte daken α 1 1 1 1 0,75 0,6

Tabel 3.5 Reductiefactoren voor bepalen belasting HWA-buizen bij een regenintensiteit (i) of 1.8 l/(min, m²)

Totale hoeveelheid neerslag Qh is nu te bepalen met formule 1.

Bepalen HWA-buis
Nu moet eerst het aantal HWA-buizen (n) worden bepaald. De af te voeren hoeveelheid regenwater in l/min is bekend uit formule 1.

Randvoorwaarden
• Aantal HWA-buizen per lengte dakgoot, zie tabel 3.6
• Aantal HWA-buizen per m² dakoppervlak, zie tabel 3.7

Afmeting HWA-buis Max. lengte van de dakgoot per aangesloten HWA-buis
Ø 80 mm 20 m
Ø 100 mm 20 m
Ø 120 mm 20 m

Tabel 3.6 Min. aantal HWA-buizen per lengte dakgoot

Het aantal wordt in eerste instantie bepaald door het bouwkundig ontwerp.

Dakoppervlak Aantal dakafvoeren
≤ 100 m2 min. 1
>100 m2 min. 2

Tabel 3.7 Aantal dakafvoeren per dakoppervlak

Bij platte daken
Onderlinge afstand tussen 2 dakafvoeren moet beperkt blijven tot 10 à 20 meter.
Plaats de dakafvoer minimaal 1 meter vanaf hoek van de dakopstanden.
De af te voeren hoeveelheid water per HWA-buis is ‘Qh : n’ in l/min ( n = aantal HWA-buizen)
Afhankelijk van de omstandigheden is het aantal HWA-buizen te verhogen.

Tabel 3.8 geeft de keuze van de bijbehorende kleinste standaard dakgoot.
Grotere goten dan de vereiste minimum afmetingen kunnen altijd worden aangebracht.
De dakgoot moet uiteraard op afschot liggen en van laag naar hoog worden gemonteerd.

Max. hoeveelheid water Qh in l/min Ø Buis d in mm Min. doorsnede (A) goot (A ≥ 1,3 di2) in cm2 Kleinste type standaard goot**
117 80* 79 B37 of M37
210 100* 125 B44 of M44
338 120* 181 B55

* standaard HWA-buizen
** B = bakgoot 37/44/55 = ontwikkelde breedte in cm.
M= mastgoot

Tabel 3.8 Overzicht standaard dakgoten

HWA l/s HWA l/min Diameter buis Doorsnede buis
1,1 66 60 mm 28 cm²
2,5 150 80 mm 50 cm²
4,5 270 100 mm 79 cm²
7,3 438 120 mm 113 cm²
13,8 828 150 mm 177 cm²

Tabel 3.9 Afvoercapaciteiten HWA-buizen

Het tapeind voor een HWA-buis heeft een binnendiameter die tenminste 4 millimeter kleiner is dan de nominale maat van de HWA-buis. Deze inwendige diameter van het tapeind bepaalt de instroomcapaciteit van de HWA-buis of standleiding.

Rekenvoorbeeld

Afmetingen
(L) = 22 m, (b) = 5 m, Dakhelling ε = 40°
Enkelvoudig dak β = 1 α = 1, zie tabel Berekenen hoeveelheid regenwater

Qh = α x i x β x F
= 1 x 1,8 x 1 x (22 x 5)
= 198 l/min.

Randvoorwaarden
a) Aantal dakafvoeren per dakoppervlak:
dakoppervlak (F) = 110 m² à minimaal 2 HWA-buizen, zie tabel 3.7
b) Aantal HWA-buizen per lengte dakgoot: gootlengte 22 meter (expansiestuk nodig).
minimaal 2 buizen Ø 80 mm, zie tabel 3.6

Keuze HWA-buizen
2 HWA-buizen à 99 l/min à tabel 3.8 à Ø 80 mm
Dakgootkeuze bakgoot B37 of mastgoot M37, zie tabel 3.8

Gratis documentatie en zink samples opvragen

Is het gelukt met de capaciteit HWA berekenen of wil je eens contact komen met een van onze experts? Neem vrijblijvend contact mets ons op. Eventueel kun je ook gratis documentatie en zink samples opvragen via het onderstaande formulier.