Windbelasting

De eisen ten aanzien van windlasten, waaraan een Nederlandse bouwconstructie moet voldoen, staan beschreven in de NEN-normeringen volgens het Nederlands Normalisatie Instituut. Waar het een volledig ondersteunde constructie betreft, zoals het traditionele fels-, roeven- of losangedak, heeft men vooral te maken met de optredende windzuiging. Bij vrijdragende constructies gaan winddruk, eigengewicht en dientengevolge de doorbuiging van het materiaal een rol spelen. Hierbij is naast de methode van bevestiging, de profilering (vormgeving) van het materiaal belangrijk. De optredende windzuiging op een wand- of dakgedeelte is afhankelijk van de hoogte en de vorm van het gebouw. Onder windzuiging wordt verstaan: een door de wind veroorzaakte gelijkmatig verdeelde zuiging in N/m², loodrecht op een van de wind afgekeerd vlak. De berekening van de windzuiging en de stuwdruk in de windrichting, afhankelijk van de hoogte, alsmede de verschillen tussen de windgebieden worden in een norm vastgelegd.

Zinken dak- en gevelbekleding wordt door middel van klangen op de achterliggende constructie bevestigd. Bij het felssysteem en roevensysteem bevinden de klangen zich op de langsnaad tussen twee dakbanen. Bij het losangesysteem zijn de klangen opgenomen in de haakrand van elke losange. Bij daken met gesoldeerde vlakke banen worden de klangen onder de soldeernaden geplaatst. De klangen zijn vaak van Titaanzink, maar kunnen ook gemaakt worden van roestvaststaal, thermisch verzinkt staal of aluminium. Bij daken en gevels, die uit banen bestaan, moeten vaste en schuivende klangen worden toegepast.